Ñoras, pimientos choricero, jaranda en guindilla
De Spaanse keuken en het gebruik van (gedroogde) rode pimientos.
De ñora, is net zoals de pimiento choricero, jaranda en de guindilla, familie van de Capsicum Annuun en is afkomstig uit de streek van Murcia en Alicante. De ñora wordt net zoals de anderen twee, in strengen in de zon gedroogd waardoor zij langer houdbaar zijn. Het is een kleine ronde rode paprikasoort en heeft een zoetige smaak. Verwissel in een recept de ñora niet voor een pimiento choricero, want deze heeft een heel andere smaak. Het gebruik in de keuken is de pulp. Deze wordt verkregen door hem van zijn pitten te ontdoen en hem 10 minuten in heet water te leggen. Hierna schraap je de pulp van het vel. Ñoras worden veel gebruikt in de Catalaanse sofrito. Maar bekender is hij als ingrediënt van de romesco saus.
De pimiento choricero is een paprikasoort die ook in de chorizo wordt verwerkt. Hij is langwerpiger en groter dan de ñora en is ook zoet van smaak vergeleken met de guindilla. De choricero is zeer populair in de Spaanse keuken en je gebruikt alleen, net zoals bij de ñora, de pulp ervan. Ontdoe hem van de pitten en laat hem weken in warm water, schraap daarna de pulp eraf met een lepel of een mes. Deze intens rode pasta die je hierdoor krijgt, kun je toevoegen aan stoofschotels, waardoor het gerecht de typische Spaanse smaak krijgt. De pimiento choricero is de basis ingrediënt van salsa vizcaína voor de bacalao a la vizcaína (een specialiteit uit Baskenland).
De pimiento jaranda (niet op de foto), is een licht pikante paprikasoort. Deze is de basis voor de bekende Spaanse pimentón die weer zeer belangrijk is voor het vervaardigen van de chorizo in Spanje. Hij is lang en slank zoals de guindilla maar met een donkerrode kleur. Gebruik de jaranda in stoofschotels met vis (bijvoorbeeld in Marmitako) of vlees.
De guindilla is een pepersoort en daardoor de meest pikante van de vier. De vorm van deze peper is slank en langwerpig en kan tot 10 cm lang worden. Hoe groter hoe milder de smaak, hoe kleiner hoe pittiger. Gedroogd wordt deze normaal vermalen tot cayenne peper.
Een receptje:
Ñora olie:
4 ñoras
1 theelepeltje zoete gerookte paprikapoeder
2 knoflooktenen
1 snufje (gedroogde) rozemarijn
1 snufje (gedroogde) tijm
zout en olijfolie
Ontpit de ñoras en laat ze in warm kokend water weken. Wanneer ze genoeg vocht hebben opgenomen, haal je ze uit het water en schraap de pulp uit de vrucht met behulp van een lepeltje of mes. Maal met een keukenmachine fijn samen met de knoflook, de tijm, de rozemarijn, de gerookte paprikapoeder en een snufje zout. Voeg olijfolie toe naar smaak en gebruik deze olijfolie voor het op smaak brengen van salades, groenten, soepen, rijst en visgerechten.
bron: wikipedia (spaans)