Turrón de Jijona

De feestdagen is Spanje zijn ondenkbaar zonder turrón. Deze noga, met als basis honing, amandelen en eiwit, is er in vele varianten. De bekendste zijn toch wel de turrón de Jijona (turrón blando), een zachte noga, en de turrón de Alicante (turrón duro) een harde noga (het recept volgt later op de blog).

De turrón de Jijona wordt traditioneel gemaakt van de harde turrón, wat thuis bijna niet te doen is want je maalt de harde versie fijn en laat hem dan uren inkoken met amandelolie tot een fijne pasta die de consistentie heeft van pindakaas. Dit recept is een eenvoudige versie die ik op internet vond en net zo lekker, al is hij niet zo smeerbaar.

Essentieel is dat je een goede kwaliteit honing hiervoor gebruikt.

Turrón de Jijona

150 gram suiker
150 gram donkere (biologische) honing
eiwit van 1 groot ei
300 gram amandelmeel
rasp van 1 citroen
1/2 theelepel kaneel

Meng de suiker met de honing met een houten pollepel in een pan met een dikke bodem en verwarm op een zacht vuur. Laat aan de kook komen en laat nog 2 minuten zachtjes doorkoken. Klop ondertussen het eiwit stijf, maar niet te stijf.
Haal de pan van het vuur en roer met behulp van een pollepel of een handmixer het eiwit beetje bij beetje erdoor en blijf mengen tot je geen klontjes meer hebt.


Zet de pan opnieuw op een laag vuur en blijf roeren met een houten pollepel tot het mengsel begint te koken en langzaam van kleur veranderd (hazelnootachtig).

Haal van het vuur en roer de citroenrasp, kaneel en amandelmeel erdoor tot een homogene massa.
Giet in een met bakpapier beklede rechthoekige vorm, strijk glad met behulp van de bolle kant van een lepel en laat afkoelen op kamertemperatuur.
Laat 5 uur rusten en haal uit het bakpapier en je turrón is klaar om te eten.